Effectieve bewaartechnieken en taboes voor ultrafiltratiemembranen
1. Opslag van nieuwe componenten van ultrafiltratiemembranen
Zorg ervoor dat de originele verpakking van de onderdelen van de ultrafiltratiemembranen intact is en op een donkere en koele plaats wordt bewaard (temperatuurbereik van 0 tot 40°C), vermijd direct zonlicht en een vochtige omgeving.
2. Opslag van onderdelen van ultrafiltratiemembranen na gebruik
(1) In geval van kortstondige uitschakeling
Als de uitschakeling binnen 3 dagen is, stop dan de watertoevoer en zorg ervoor dat de membraancomponenten altijd met water zijn gevuld en dat de temperatuur tussen 0 en 40°C ligt.
Als de uitschakeling tussen 4 en 7 dagen duurt, vul dan de onderdelen van de ultrafiltratiemembranen met de concentratieoplossing zoals weergegeven in tabel 1. Gebruik ten minste gekwalificeerd gefilterd water om de oplossing te bereiden en zorg ervoor dat de temperatuur tussen 0 en 40°C ligt.
Tabel 1 Opslagcondities voor kortstondige uitschakeling van membraanmodules (binnen 7 dagen)
Maximale bewaartermijn
Chemisch middel
Concentratie van de oplossing
7 dagen
Natriumhypochloriet
20 mg/L (als Clz)
(2) In geval van langdurige stilstand
Voer eerst een chemische reiniging uit met een natriumhypochlorietoplossing en vul vervolgens de membraanmodule met chemicaliën met de concentratie die wordt weergegeven in tabel 2. Gebruik ten minste membraangefilterd water en bewaar de module voor ultrafiltratiemembranen volgens de richtlijnen in tabel 2.
Tabel 2 Voorwaarden voor langdurige opslag van membraanmodules gedurende meer dan 7 dagen
Bewaartermijn
Type medicijn dat moet worden bewaard
Concentratie van het geneesmiddel
7 dagen
Natriumbisulfiet
1.000 mg/L
Sluit de ultrafiltratiemembranen af met de waterige oplossing die wordt weergegeven in tabel 1 of tabel 2. Als de ultrafiltratiemembranen van het apparaat worden verwijderd en offline worden opgeborgen, zorg er dan voor dat u de membraaneenheid afdicht, vermijd direct zonlicht tijdens opslag en zorg ervoor dat de temperatuur tussen 0 en 40°C ligt.
Opmerking: Na chemische reiniging met natriumhypochlorietoplossing moet de oplossing in de membraanconstructie grondig worden gespoeld met schoon water en vervolgens wordt de oplossing voor het behoud van natriumbisulfiet geïnjecteerd. Als het niet wordt gespoeld, zal het mengsel van natriumhypochlorietoplossing en natriumbisulfiet giftig chloorgas produceren.
3. Vervang de chemische beschermingsoplossing
Als de conserveringsoplossing natriumbisulfiet is, controleer dan regelmatig of de pH-waarde van de natriumbisulfietbeschermingsoplossing tussen 3 en 6 ligt. Gewoonlijk reageert natriumbisulfiet met zuurstof om zwavelzuur te produceren en zal de pH-waarde afnemen. Als de pH-waarde lager is dan 3, moet de conserveringsoplossing worden vervangen.